Artikel 42 Vraag: RAV

1) Bent u op de hoogte van deze toenemende tijden in Rucphen en de
achterblijvende prestaties ten opzichte van vergelijkbare gemeenten?


Naar aanleiding van de nieuwsuitzending van RTL op 25 februari heeft de Regionale
Ambulancevoorziening ons een informatiebrief gestuurd over de ambulanceprestaties. Deze
brief is als bijlage bij deze beantwoording gevoegd en geeft een uitgebreide toelichting op
de werkwijze van de RAV.
Bovendien houdt de RAV ons door middel van de jaarstukken op de hoogte van de
prestaties van de ambulancezorg in onze regio. We constateren hierbij dat de gemiddelde
responstijd niet afwijkend is ten opzichte van de rest van de regio.
2) Wat zijn volgens u de oorzaken van deze langere wachttijden in Rucphen?


Zoals gezegd bij de beantwoording van vraag 1, zien wij geen afwijkingen ten opzichte van
vergelijkbare gemeenten. Op 9 april hebben wij van de RAV de conceptjaarstukken 2024
onvangen. Hierbij wordt voor de Al-ritten een vergelijking gemaakt tussen de 24
gemeenten in Midden- en West-Brabant op basis van responstijd. Hierin zien we, als we de
grote gemeenten (Bergen op Zoom en Roosendaal) buiten beschouwing laten, dat alleen in
Halderberge de responstijd iets sneller is (11:10 minuten, tegenover onze 11:26 minuten).
3) Hoe verhouden deze cijfers zich tot de landelijke trends in ambulancezorg?


Het is erg lastig om landelijke prestaties met elkaar te vergelijken. Dit komt door de
geografische verschillen tussen de werkgebieden. Zo zijn er RAV’s die vrijwel uitsluitend
werken in sterk verstedelijkte gebieden. De RAV in onze regio heeft een uitgestrekt
werkgebied met een sterke afwisseling tussen stedelijk en uitgestrekt landelijk gebied.

4) Zijn er reeds maatregelen genomen of gepland om de ambulancezorg in Rucphen
te verbeteren en te zorgen dat de landelijke norm wordt gehaald? Zo ja, welke?


In 2024 heeft de RAV de verbeterde urgentie-indeling geïmplementeerd. In plaats van 3
urgentieniveaus zijn er nu 7: onderscheid tussen spoedeisende (AO,A1 enA2), niet
spoedeisende ambulancezorg (B1 en B2), en meldkamerzorg (C1 en C2). De RAV is
hierdoor beter in staat de juiste zorg op de juiste plaats te realiseren.

Artikel 42 vraag Herstelwerkzaamheden van basisschool Mariadonk te Zegge

1) Heeft het college onderzocht wat er nog meer aan onderhoud nodig/noodzakelijk
is aan basisschool Mariadonk en of het financieel voordeliger is om de school in
één keer grondig aan te pakken?


We begrijpen de vraag en delen het belang van goed inzicht in het onderhoud van
schoolgebouwen. Tegelijkertijd is het belangrijk om te benoemen dat het onderhoud van
schoolgebouwen tegenwoordig geen gemeentelijke taak meer is. Die verantwoordelijkheid
ligt primair bij de schoolbesturen zelf.
Er is op dit moment niet onderzocht of het naar voren halen van een eventuele
toekomstige renovatie financieel voordeliger zou zijn. Een grotere renovatie of verbouwing
vraagt om uitgebreide voorbereiding, afstemming en besluitvorming – dat is een traject
met een langere doorlooptijd. Bij een spoedaanvraag zoals deze is het vooral van belang
om snel en adequaat te handelen. Juist vanwege de urgentie is nu gekozen voor een
oplossing die op korte termijn uitvoerbaar is.


2) Wat is de status van het IHP en zijn er specifieke vorderingen met betrekking tot
Zegge en Rucphen?


Voor de kern Rucphen zijn we op dit moment bezig met het actualiseren van het Integraal
Huisvestingsplan (IHP). Uitganspunt is dat we in juni aanstaande een definitieve versie
kunnen voorleggen aan de gemeenteraad.
Wat betreft de school in Zegge geldt dat hierover een afspraak is gemaakt in het College
Werk Programma (CWP). Daarin is opgenomen dat de onderwijshuisvesting in de dorpen
Schijf en Zegge, op basis van het IHP, in de volgende collegeperiode aan bod komt. Dat betekent dat deze locaties op dit moment nog niet in de actuele planning zijn
meegenomen, maar wel nadrukkelijk op de agenda staan voor de toekomst.


3) De vrees voor noodzakelijke aanpassingen en verbouwingen aan de
schoolgebouwen is door onze fractie al vaker gedeeld. Deelt het college deze
vrees en wat kunnen we op korte termijn nog verwachten bij andere scholen?


We begrijpen de zorgen die uw fractie uitspreekt en delen het belang van goede,
toekomstbestendige onderwijshuisvesting. Als college zetten we ons tot het uiterste in om
schoolgebouwen op een goed en modern niveau te brengen – zowel qua kwaliteit als qua
functionaliteit, passend bij de eisen van deze tijd.
Tegelijkertijd moeten we realistisch zijn. Ondanks goede voorbereiding en samenwerking
met de schoolbesturen kunnen zich altijd onverwachte, spoedeisende situaties voordoen.
We doen er alles aan om dergelijke verrassingen te voorkomen, maar in de praktijk is het
helaas niet altijd mogelijk om alles op voorhand te voorzien.
Wat betreft andere scholen zijn er op dit moment geen concrete signalen van urgente
situaties zoals bij de huidige spoedaanvraag. Uiteraard blijven we hierover continu in
gesprek met de schoolbesturen en monitoren we de situatie nauwgezet.